Aan de ene kant neemt hij wat zekerheden uit het verleden mee, zoals zijn vader Terach en zijn neef Lot.
Aan de andere kant neemt hij zijn hele huishouden mee. En dat betekende in die tijd: zijn vrouw, kinderen, slaven, dienstknechten, kamelen, runderen en wat dies meer zij.
Zijn hele hebben en houden.

Op weg met God gaan, doe je nooit alleen.
Aan de ene kant neem je zekerheden uit het verleden mee. Precies zoals Abraham. En onderweg verzeil je in situaties, of oponthoud, waarin je die zekerheden moet loslaten.

Aan de andere kant nemen we ons hebben en houden mee, inclusief vriendschappen, relaties en relaties waarover we verantwoording dragen. En precies zoals bij Abraham groeit dat hebben en houden nog ook.
Terwijl Abraham in Haran verblijft groeit zijn bezit. Als hij door zijn eigen stomme schuld een flink oponthoud in Egypte heeft, zelfs dan groeit zijn vermogen. Keer op keer zie je dit gebeuren.
Dus de stoet die mee optrekt met Abraham wordt steeds groter, ondanks eigen falen, oponthoud of moeilijke situaties.

Zo gaat het ook in uw en mijn leven als we met God op weg gaan. Hij zegent mij, ondanks mijn belemmeringen en tekortkomingen.
Als Hij mij alleen maar zou zegenen, op voorwaarde dat ik het allemaal goed doe, dan zou dat geen zegen meer zijn, maar een verdienste.
Nee, u en ik mogen met God op weg gaan en weten dat Hij niets liever wil dan ons zegenen.