Bij het bestuderen van het onderwerp liep ik al snel tegen mijn eigen beeldvorming aan. Opgevoed in een kerk die meende de waarheid in pacht te hebben – iets waar iedere kerk in meer of mindere mate aan lijdt – had ik ongeveer dit beeld uit mijn opvoeding meegekregen: zij die geloven in de naam van Jezus gaan naar de hemel bij hun sterven of bij de opname; zij die niet geloven gaan naar de hel, rechtstreeks of via het oordeel.

De uitnodiging of "altarcall"

Onze diensten werden gekenmerkt door een uitnodiging of "altarcall" aan het eind van de dienst waarin gevraagd werd of je wel zeker wist waar je de eeuwigheid zou doorbrengen. Met als gevolg dat ik mij meerdere keren heb bekeerd. Eenmaal voorganger kwam ik steeds meer in conflict met dit beeld en de daarbij in betongegoten denkbeelden over hemel en hel. Terwijl ik voorganger was geworden uit liefde voor de mensen om mij heen en ik prediking meer plaatste in lesgeven in christelijke levenswijsheid, botste ik steeds meer met theologie. Zeker wanneer de theologie werd verheven tot enige waarheid.

Liefde van God en standpunten

Jarenlang heerste in mij een innerlijk conflict: de liefde van God en de harde standpunten in mijn en aanverwante kerken. Wat ik ook probeerde ik kreeg die twee niet bij elkaar. Aan de ene kant trok in mij het verlangen mensen in relatie met God als Vader te brengen, via Jezus Christus onze Verlosser. Een relationeel proces van liefde en bekering. Aan de andere kant wilde ik bij de groep met de juiste bijbelse uitleg behoren, waar oordeel de eerste toetsteen leek te zijn. En wat er met je gebeurt als je niet de juiste leer aanhing, kon ik helemaal niet aan, omdat het of jouw eigen standpunt verhoogt tot exclusiviteit of verbleekt tot nutteloosheid. Dat gold niet alleen bij het thema hemel en hel, maar ook bij kinderdoop, wederkomst of. Veiligheidshalve keek ik dan vooral naar mijn eigen kerkgenootschap en nam braaf aan dat, wat de theologen daar over schreven, de juiste leer was.

Ware standpunten

Maar ook die veranderde over de loop van mijn 30 jaar voorgangerschap. Niet alleen mijn leiders veranderden soms van standpunt, met dientengevolge resultaten, ook zeer gerespecteerde theologen leken met elkaar in tegenspraak te zijn. John Stott wordt door aanhangers van J.I. Packer in de sociale media verketterd omdat hij in het annihilationisme of de verdampingsleer geloofde – de gedachte dat de hel geen plek van eeuwige pijniging is, maar dat een ongelovige voorgoed verdwijnt. Een theorie waar overigens ook N.T. Wright sympathie voor heeft. En als je je mond open doet over de gedachte van alverzoening dan kun je je in evangelisch Nederland beter bergen. Terwijl de Hernhutters, en oude kerkvaders zoals Origenes en Gregorius van Nyssa al alverzoeners waren en gerespecteerd werden. En duiken in de leer van het vagevuur kun je als Protestant natuurlijk helemaal niet maken.

Wie heeft de waarheid?

De vraag rees in mij op: Wie heeft dan de waarheid? En hoe krijg ik die waarheid? En die Waarheid heb ik ontdekt! De Waarheid is geen dogma, of leerstelling die je langs andere mensen kunt leggen. De Waarheid is ook geen standpunt, hoe mooi een specifiek standpunt ook kan zijn en nuttig voor je eigen denken en leven.
De Waarheid is een Persoon! Jezus Christus is de Waarheid en stapt door de incarnatie in de wereld en daarmee in onze levens, om op basis van een relatie met ons om te gaan en niet op basis van een dogma of een standpunt. “Dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, Vader”, bad Hij in het Hogepriesterlijk gebed. En even later in datzelfde gebed, vraagt Hij de Vader of wij de eenheid die Hij met de Vader heeft, ook mogen beleven.

Relatie met God de Vader

Omgaan met de Vader zoals Jezus! Dat is nog al wat! Onvoorstelbaar eigenlijk. Of niet te geloven! Een relatie met de Levende God op basis van genade! Het is die relatie dat processen van heiliging plaatsvinden en niet op basis van standpunten. Het leven is immers een proces. En intieme omgang met Vader God door Jezus niet minder.

Dat is mijn standpunt en Waarheid.